ZORGCONTINUÜM

ALGEMEEN KADER ZORGCONTINUÜM

Brede basiszorg

Een krachtige leeromgeving staat centraal met aandacht voor

  • De ontwikkeling van alle leerlingen
  • Een positief, veilig en krachtig leerklimaat
  • Opvolging van alle leerlingen
  • Verminderen van risicofactoren
  • Versterken van beschermende factoren

1. Zorg op schoolniveau

De globale aanpak van de zorg op schoolniveau hangt af van het beleidsvoerende vermogen van de school. Dit bevat twee aspecten:

  • De mate waarin een school in staat is om een zelfstandig beleid te voeren, rekening houdend met de door de overheid toegestane beleidsruimte en met de eigen doelstellingen van de school.
  • De mate waarin de activiteiten van de leerkrachten en de directie op elkaar afgestemd zijn met het oog op het leren van de leerlingen.

Om het beleidsvoerend vermogen van een school te bepalen, zijn er een aantal indicatoren, waaraan VTI Deinze maximale aandacht schenkt:

  • Visie op zorg is duidelijk voor iedereen (schoolreglement en pedagogisch project)
  • Krachtige leeromgeving over leerjaren, graden en richtingen heen via:
  • duidelijke leerlijnen en didactische afspraken vastgelegd via vakgroepwerking
  • zorgbeleid: laagdrempelige maatregelen die nuttig zijn voor de meeste leerlingen doorvoeren op klasniveau
  • professionalisering van leerkrachtenteam via navorming
  • inrichten van kleine klasgroepen
  • organisatie van remediëring: individuele studiebegeleiding om leerachterstand te vermijden en/of weg te werken voor diverse algemene en technische vakken
  • organisatie van huiswerkklas of begeleide studie na de schooluren
  • aanbieden van studiekeuzeprojecten die leerlingen leren nadenken over hun eigen mogelijkheden, talenten, beperkingen, interesses waardoor ze gestimuleerd worden bij het maken van de juiste studiekeuze, …
  • Performant en correct leerlingenvolgsysteem (team leerlingenbegeleiding, inschrijvingsteam, leerlingendossier)
  • Risicofactoren verminderen, beschermende factoren versterken:
  • Leerling betrekken (leerlingencontact, leerlingenraad)
  • Ouders betrekken (oudercontact, infoavonden, ouderraad)
  • Veilig en positief schoolklimaat:
    • duidelijke regels en organisatie (sanctiebeleid)
    • tijdige planning (jaarkalender)
    • uitnodigende communicatie
    • herstelgerichte schoolcultuur,…
  • Ondersteunende zorgstructuur:
    • team interne leerlingenbegeleiders met permanentie
    • GOK-team
    • wekelijks overleg TLB met CLB
    • vakgroepwerking  

2. Zorg op klasniveau

  • Kwaliteitsvol onderwijs: elke leerkracht is verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen aan wie hij/zij lesgeeft. Deze begeleiding behoort tot de lerarenopdracht en wordt als dusdanig verankerd in de functiebeschrijving.
  • De zorg voor en de begeleiding van leerlingen heeft betrekking op de volgende aspecten van het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkracht. Hij/zij
  • geeft effectieve instructie met voldoende mogelijkheden tot differentiatie en remediëring
  • biedt cursusmateriaal aan in overzichtelijke en sobere lay-out, voor iedereen leesbaar lettertype, bij voorkeur Verdana 12 met interlinie 1.5
  • geeft uitdagend en stimulerend les
  • toont een positief engagement ten aanzien van elke leerling
  • realiseert een effectief klasmanagement
  • heeft aandacht voor de totale persoonlijkheid van de leerling
  • werkt herstelgericht met leerlingen die probleemgedrag vertonen
  • Zorglijn van eerste lesdag tot deliberatie:
  • opvolgen van alle leerlingen met een brede kijk (resultaten, signalen, gegevens en afspraken uit overleg, …) met correcte neerslag in leerlingendossier (handelingsgericht notulenblad klassenraad)
  • evaluatie op basis van volledige zorglijn in leerlingendossier
  • Preventieve en stimulerende context: leerlingen en ouders betrekken, veilig en positief klasklimaat nastreven via het
  • formuleren van positieve, remediërende en aanmoedigende commentaren op het rapport
  • aanbrengen van efficiënte studiemethodes tijdens het vak ‘Talentontwikkeling’ in 1ste jaar
  • hanteren van diverse werkvormen (projectwerk, groepswerk, …)
  • aanleren dat planning maken belangrijk is van bij het begin van de schoolloopbaan via een schooleigen planningsagenda.

3.  Zorg op leerlingniveau

Verhoogde zorg

Extra zorg onder de vorm van differentiërende, compenserende, remediërende en dispenserende (DICORDI) maatregelen afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen met leerstoornissen.

Differentiërende maatregelen

De school brengt, binnen het gemeenschappelijk curriculum, een beperkte variatie aan in het onderwijsleerproces om beter tegemoet te komen aan behoeften van individuele leerlingen of groepen van leerlingen.

  • Bv. de leerling hoeft niet aan het bord te komen voor wiskundeoefeningen
  • Bv. de leerling krijgt extra verdiepingsoefeningen tijdens de les als hij klaar is met een taak

Compenserende maatregelen

De school biedt extra hulpmiddelen aan waardoor de doelen van het gemeenschappelijk curriculum of de doelen die na dispensatie voor de leerling bepaald zijn, bereikt kunnen worden.

  • Indien nodig krijgt de leerling meer tijd dan andere leerlingen bij toetsen en examens.
  • De leerling krijgt bij examens de kans om zijn antwoorden mondeling toe te lichten.
  • De leerling kan huistaken en schrijfopdrachten thuis op computer maken en uitgeprint afgeven.
  • De leerling mag in de klas gebruik maken van aangepaste computersoftware en/of vak vademecum, …

Remediërende maatregelen

De school verstrekt effectieve vormen van aangepaste leerhulp binnen het gemeenschappelijke curriculum om de eventuele leerachterstand in te halen. Leerlingen krijgen uitgebreidere of intensievere instructies of maken zich strategieën eigen om bepaalde handelingen in de toekomst zelfstandiger te kunnen uitvoeren.

  • Bv. de leerkracht bouwt momenten in voor verlengde instructie voor leerlingen die daar nood aan hebben.
  • Bv. de leerkracht leert strategieën aan die het leren verbeteren.

Dispenserende maatregelen

De school voegt doelen toe aan het gemeenschappelijk curriculum of stelt de leerling vrij van doelen van het GC en vervangt die, waar mogelijk, door gelijkwaardige doelen, in die mate dat ofwel de doelen voor de studiebekrachtiging in functie van de finaliteit voor het onderwijsniveau, ofwel de doelen voor het doorstromen naar het beoogde vervolgonderwijs, nog in voldoende mate bereikt kunnen worden.

  • Schrijffouten in niet-taalvakken worden niet aangerekend.
  • In taalvakken worden schrijffouten enkel aangerekend in het onderdeel spraakkunst. In andere onderdelen wordt een milder quoteringssysteem gehanteerd.
  • De leerlingen moeten ongeveer 80% van de examenvragen oplossen en krijgen dus 20% dispensatie. De leerkracht schrapt vooraf op het examenblad een aantal vragen. De punten worden omgerekend naar de normale quotering.

Uitbreiding van zorg

Het CLB start een proces van handelingsgericht diagnostiek op. In samenspraak met school, ouders en leerling bepaalt het CLB welke bijkomende inzet van middelen, hulp of expertise t.a.v. de school (ondersteuningsbehoeften) of leerling (onderwijs- en opvoedingsbehoeften) nodig zijn.

Individueel aangepast curriculum

Het CLB beslist in samenspraak met de school dat de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van die aard zijn dat maatregelen onvoldoende of disproportioneel zijn om het gemeenschappelijk curriculum te blijven volgen. Er wordt een verslag opgemaakt dat toegang geeft tot een school op maat.